kakverhaal

…hondenstront, bah wat ‘n stinkzooi….

Als je zelf geen hond hebt en je trapt er in, dan ben je in staat het door de brievenbus te persen bij de dader of er hun keukenraam mee in te smeren. 

Het blijft wel vies maar als het van je eigen hond is, heb je er wel minder moeite mee natuurlijk. Sterker nog, je hebt er dagelijks mee te maken bij de van boom tot boomloop of bij grotere uitlaatfeestjes.

En zeker als je aan de lijn loopt en Bello je even tegenhoud om “kakkie” te doen, dan wacht je braaf, quasi onopgemerkt om je heen kijkend tot ie het werkstuk af heeft.

Je poepzakje blijft lekker aan de riem want dat is er al zolang voor de schijn, dat je de knoop er al niet eens meer uitkrijgt.

Maar: je ziet wel die smerige stinkdrol…

En dat is maar goed ook. De hond kan dan in woorden weliswaar niet praten, maar naast zijn lichaamstaal, is het poepwerk een zeer veel zeggend stukje stank.

Dun, dik, wit, bruin, plasticresten, wurmpies, steentjes, kindersok, grasresten en touw… Beetje afhankelijk van het merk kun je echt alles verwachten, want voor een hond kan maar zo alles eetbaar zijn ook al is het niet eetbaar.

Ja die vierpotertjes toch… Het is maar goed dat wij in hun buurt zijn om de poepies te lezen, en in te grijpen als er eens iets aan hun “broekjes” blijft hangen, waar ze danig van in paniek kunnen geraken.

Je helpt ze er vanaf, je ruimt de drol op, je wast je handen en je ruikt weer als een roosje. Met naast je op de bank ‘n dankbare Lagotto of Scottische huppelepup Toller.

Waarom dit kakverhaal?

  • net wat ik al zei: het zegt je zomaar alles over je maatje.
  • en zelf kijk je toch ook even om, naar je “grote boodschap”.

Meer over auteur “Roen”