fluitje training

Een hond bij je roepen kan op verschillende manieren. Het gebruik van een fluitje is daarbij een handig wondermiddel.
Een fluitje toont namelijk geen tot vrijwel geen emotie dus kan de hond daardoor niet beïnvloed raken en dwarsliggen.

Er zijn verschillende stappen om dit de hond aan te leren en er zijn heel handige en nog leukere vervolgstappen, waarbij je uiteindelijk zelfs zonder fluitje kan werken. Maar blijf het fluitje wel altijd paraat hebben.

Stap 1: kies een hond uit en laat vlakbij hem iets lekkers zien. Op het moment dat ie kijkt blaas je een keer op het fluitje, noemt zijn naam en geeft het hem. Doe dit ’n keer of 3 achter elkaar. En ga iets anders doen. Hij volgt je nog wel even maar negeer hem. Herhaal dit een half uur later nog eens en een uur later nog eens. De hond weet dat ie iets lekkers krijgt als je fluit dus hij komt naar je toe.

Oefen dit een paar keer per dag of per week en kies leer dit ook een andere hond.

Stap 2: Namenspelletje verzamel wat honden om je heen. Fluit een keer, noem duidelijk een naam en geef die iets lekkers. Houdt beslist een andere voordringer apart door bv. tik op neus. Geef op deze manier alle honden iets lekkers en herhaal dit bv. 3 keer. Later op de dag nog eens en blijf het gebruiken door de tijd heen.

Pas/let hierbij altijd wel op voedselnijd waarbij een hond kan uithalen naar een ander die iets krijgt. Het kleinste signaal de kop indrukken en corrigeren.

Stap 3: Als je bij het aanleren van het fluitje, ook nog met een hand op kniehoogte zwaait, leert de hond tegelijk dat hij moet/mag komen als je met je hand zwaait. Dan hoef je op enig moment niet eens meer te fluiten.

Stap 4: in beginsel beloon je hem met wat lekkers als ie reageert op het fluitje, maar langzamerhand verander je dat lekkers in een bemoedigende aai. Dan leer je hem ook zonder lekkers naar je toe te komen.

Belangrijk bij het werken met het fluitje is: FLUIT NIET TEVEEL of TE VAAK als hij niet wil komen. Hij moet naar je toe willen komen en je kunt hem niet naar je toe fluiten.

Uiteindelijk hoef je bij een ver weg lopende roedel maar een keer duidelijk te fluiten en het hele spul stuift naar je toe.