Als we een nieuwe hond m/v in service krijgen, is het dier, niet zelden bang. Dat varieert dan nog wel van beetje bang tot verschrikkelijk bang.
Soms hoort daar ook een bang baasje m/v bij. Misschien is bang niet het juiste woord, maar het kenmerk onzeker of erg voorzichtig komt dan vaak wel in de buurt.
En allemaal logisch, en goed te begrijpen hoor. De bange hond door zijn verleden of nog weinig gewend in zijn prille hondenleven. Het bange of voorzichtige baasje omdat hij heel bang is dat zijn “mupke” iets overkomt, bij alle grote druktemakers van die onbekende dag roedel.
Wij zien dat natuurlijk, en denken er het onze van… Nee we denken niet: “goh, wat ‘n stomme hond” of: “jeetje wat ‘n bang baasje zeg”.
Nee hoor, wij denken dan vooral: het komt wel goed, en wij helpen jullie er wel mee. Dat kunnen wij makkelijk denken, omdat we ook uit ervaring weten dat het echt goed komt. Bij de een wat sneller dan bij de ander, maar het komt goed.
U vraagt zich vast af: wat doen jullie dan aan die angst…? Hoe pak je dat aan. Het antwoord zal u verbazen: we pakken het niet aan, wij doen niks aan die angst….
Huh? Ja, echt!
Het toverwoord in deze is: negeren! De hond laten, het beest niet dwingen, niet motiveren, maar laten doen wat ie wil (of niet wil) en doet (of juist niet doet).
We laten hem niet in de steek hoor, komt ie naar ons toe dan krijgt ie alle liefde en aandacht. Daar mag geen misverstand over bestaan. Zeker ook beschermen we de hond, indien nodig tegen de roedel en de roedel, indien nodig tegen de hond.
We corrigeren ongewenst gedrag en daarmee houd het in beginsel dan op…. Laat die hond het maar lekker uitzoeken verder, als ie aangeeft dat ie dat wil (en kan).
- Zit ie een paar dagen onder een bankje? Moet hij weten.
- Kruipt ie steeds weer weg achter een stel bomen? Moet hij weten.
- Blijft ie strak bij de deur zitten waar ie is binnen gekomen? Moet hij weten.
En het mooie is: hij weet het ook!
De hond weet precies wat goed voor hem is en precies wat ie wel of juist niet wil. Het klinkt raar, maar ook een hond wil vooral “de kat uit de boom kijken” en wennen aan waar ie nou weer in terecht is gekomen.
Als het dier daar de gelegenheid voor krijgt, helpen de honden hem wel verder… Het kan kort of wat langer duren maar het komt goed. Op de heel enkele keer dat het niet verbetert, is er meer aan de hand, maar dan nog is de hond echt niet zomaar verloren.
En het baasje dan met zijn twijfel of bangheid?
Dat verdwijnt simpelweg als sneeuw voor de zon, als ie, al dan niet op beeldmateriaal, ziet, maar vooral aan de hond merkt, dat het wel goed komt met z’n kostbare bezit.
Langzamerhand maken wij ook steeds meer contact met het beest, en/of toont ie belangstelling voor wie wij zijn. Bijzonder daarbij is dat het maken of uit de weg gaan van oogcontact, van grote invloed is op dit hele proces…
Maar bovenal geldt voor alle processen de volgorde:
- de hond,
- de roedel,
- ff niks,
- de mens…
Voor je het weet, is het beest een “brutaaltje” die heerlijk ravot met de rest.
Een beter cadeau kun je het dier haast niet geven.